afb. A.F.A.M. Wetzer, 29 september 2006
Brede Haven, in de voorgevelafmetingen: 70 x 60 cmmateriaal: Geglazuurde terracotta datering: 1982 vervaardigd door: Jeannie Lelyveld De steen bestaat uit vier delen van geglazuurd aardewerk. Het is een vierkante steen met daarbinnen een ovaal reliëf, dat het wijnvat voorstelt. In het ovaal staat links de datum 1978 (het jaar waarin de restauratie van het huis klaar was) en rechts de naam van de wijnroeier. De letters zijn opgebouwd uit pijlstokken. Binnen de omtrek van het vat zijn achter de genoemde voorstellingen de verschillende niveaus van de wijn in reliëf te zien. Dit pand had oorspronkelijk geen gevelsteen en een oude naam was ook niet bekend. De eigenaar/bewoner wilde het oude gebruik laten herleven en koos daarom een naam die wel verband hield met de haven: Wijn was een veel aangevoerd artikel en in 1399 bedroeg de wijnaccijns zelfs de helft van het inkomen van de stad. Voor het innen van de belasting was er een beëdigd ambtenaar, die moest bepalen met een pijlstok hoeveel wijn er in een vat zat. Dit was de wijnroeier. de kunstenares kreeg de opdracht dit beroep in de steen uit te beelden. | 94 |
Dat gevelstenen niet persé oud hoeven te zijn, bewijst de steen in het pand Brede Haven 49. J. van Oudheusden, de eigenaar-bewoner van het pand, wilde een poging doen om het oude gebruik te laten herleven aan de opgeknapte Haven: namelijk om de naam van een pand aan te geven door middel van een gevelsteen. Helaas bleek het onmogelijk een oude naam van het pandje te ontdekken. Daarom besloot Van Oudheusden een nieuwe naam te kiezen die wel enig verband met de haven moest hebben. Een van de artikelen die vroeger in grote hoeveelheden in de haven aangevoerd werden, was wijn. In 1399 bedroeg de wijnaccijns zelfs ongeveer de helft van het totale inkomen van de stad. Den Bosch was in die tijd samen met Dordrecht de belangrijkste markt voor wijnen uit het gebied van de Nederrijn.
Ook later bleek de handel in wijnen belangrijk voor de financiën van de stad. Om de belasting op wijnen te kunnen vaststellen en te innen, moest bepaald worden hoeveel wijn er in een vat zat. Hiervoor werd een beëdigd ambtenaar aangesteld, de wijnroeier. Die stelde met een peilstok de inhoud van een vat vast en controleerde op die manier of er voldoende accijns werd afgedragen.
De Bossche kunstenares Jeannie Lelyveld kreeg van J. van Oudheusden de opdracht om dit beroep in een gevelsteen te verwerken. Dat de steen een moderne vorm kreeg, had twee redenen: in het pandje had oorspronkelijk geen gevelsteen gezeten en bovendien was er bij de restauratie zoveel vernieuwd, dat de eigenaar het huis voor het grootse deel als nieuwbouw beschouwt.
De uit vier delen bestaande gevelsteen van geglazuurd aardewerk werd in juni 1982 in het pand aangebracht. In de vierkante steen is een reliëf en ovaal te zien: het wijnvat. Daarin staat links de datum waarop de restauratie van het huis in 1978 klaar was en rechts de naam de wijnroeier. Dat dit op het eerste gezicht moeilijk te lezen is, komt doordat de cijfers en de letters zijn opgebouwd uit het gereedschap dat de wijnroeier bij het uitoefenen van zijn functie nodig had, de peilstokken.
In het vat is achter deze uit peilstokken bestaande cijfers in letters nog een reliëf zichtbaar. Dat geeft de verschillende niveaus van de wijn (en tegelijk de stadsinkomsten) in het vat aan. Met deze uitleg erbij wordt duidelijk dat de kunstenares erin geslaagd is om de naam van het pand weer te geven in een moderne vorm.
|
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kčk daor : De WijnroeierBrabants Dagblad donderdag 29 september 1983 (foto) |